Wednesday, January 11, 2006

Dynamic

Dynamic is opgericht in 1995 door een aantal studenten die wel wat zagen in het beursgebeuren. in 2020 vieren we dus ons 25 jarig bestaan !  Onze portefeuille is ondertussen opgebouwd rond enkele stabiele rendementsaandelen en zo hebben we onze activiteiten op een lager pitje gezet.  Enkele van onze leden zijn ook lid geworden van andere beleggingsclubs om zo wat kruisbestuiving te krijgen. 

Welkom hier op onze website !

Indien u na het lezen van de info, nog vragen hebt, contacteer ons via follow_me_2000@yahoo.com

Met vriendelijke groeten,

Kurt Denolf
Voorzitter Dynamic

Friday, February 18, 2005

Aandelenportefeuille

enkele aandelen die we in 2020 in portefeuille hadden :

GBL
GIMV
AVH
Elia
Cofinimo
Tinc
Solvay
Umicore
Nationale bank





Tuesday, February 01, 2005

Enkele veelgestelde vragen over Dynamic

  • Wanneer is Dynamic opgericht ?
Dynamic is opgericht in 1995 door een aantal studenten die wel wat zagen in het beursgebeuren.
  • Waar & Wanneer gaan de vergaderingen door ?
Vergaderingen zijn op een laag pitje gezet sinds 2020.  De lokatie situeert zich in de streek van Brugge.
  • Hoeveel leden telt Dynamic ?
We bestaan uit een relatief kleine groep van beleggers 
  • Hoe kan ik lid worden van Dynamic ?
We zoeken momenteel geen nieuwe leden.  
  • Wat zijn de vereisten om lid te worden ? (niet meer van toepassing sinds 2020)
Er is 1 grote vereiste : je moet gewoon binnen de groep passen. We hanteren het principe dat we na(ast) de vergaderingen ook nog wat plezier willen hebben en er gerust eens deftig gelachen kan worden.
Wanneer je daarnaast ook nog een gezonde interesse in de beurs hebt, gecombineerd met de wil om ook de beurs wat op te volgen, ben je zeker van harte welkom.
Een grote voorkennis van beleggen en de financiële wereld is zeker niet vereist.
Iedereen is welkom want "Diversiteit brengt leven in Dynamic"
  • Welk startkapitaal is vereist (niet meer van toepassing sinds 2020)
We werken in principe volgens het gelijkheidsprincipe, dwz dat alle leden hetzelfde aandeel hebben in Dynamic. Dat heeft als gevolg dat nieuwe leden in één keer een hoog startkapitaal moeten voorzien.
Om een dergelijke hoge instapdrempel te vermijden kan een nieuw lid er ook voor opteren om slechts voor 1/4, 1/2 of 3/4 van het volledige startkapitaal in te tekenen (waarbij we dan afwijken van het gelijkheidsprincipe, maar het stemrecht blijft identiek).
Voor meer concrete info contacteer ons.
  • Hoe gebeuren de kapitaal stortingen ?
Maandelijks storten alle leden een vast bedrag, om zo op regelmatige tijdstippen nieuwe aandelen te kunnen aankopen.
  • Is Dynamic onafhankelijk ?
Dynamic is volledig onafhankelijk.
We zijn echter wel lid van de overkoepelende "Vlaanse Federatie van Belegginsgclubs" (VFB) en hebben nauwe contacten met enkele andere beleggingsclubs .
  • Hoe ziet de organisatie van Dynamic er uit ?
De structuur is heel vlak: we hebben zeker geen autoritair regime met één duidelijk leider. Om het practisch wat vlot te laten verlopen is er een voorzitter die het centrale aanspreekpunt is voor de organisatie van de vergaderingen, contacten met andere clubs, ... en daarnaast is er een penningmeester en secretaris, die de portefeuille bijhouden, orders doorgeven, verslagen van vergaderingen opstellen, ...
Maar een beleggingsclub draait maar vlot, wanneer iedereen zijn steentje bijdraagt door het rondsturen van informatie die men ontdekt heeft of interessante tips die men opgevangen heeft, en door een actieve deelname aan de vergaderingen !
  • Hoe worden de spelregels binnen Dynamic vastgelegd ?
In de statuten van Dynamic staan de basisregels qua toetreding, stemrecht, uitstap, ... Dit document wordt aan alle nieuwe leden gegeven.
  • Hoe houden de leden contact buiten de vergaderingen ?
We hebben een centraal beheerd e-mail systeem waardoor berichten vlot bij iedereen terechtkomen. Alle leden worden dan ook aangespoord om via e-mail te communiceren met de anderen.

Info

Voor alle info over Dynamic: follow_me_2000@yahoo.com

Monday, January 31, 2005

Dynamic artikel in 'De Standaard' van 7 januari 2006


Dynamic houdt slag om de arm

De Brugse beleggersclub Dynamic wil de regel van gelijkheid behouden.





Leden: 13.
Opgericht: 1995.
Thuisbasis: Brugge.
Startkapitaal: 250 euro.
Maandelijkse bijdrage: 50 euro.
Totaal kapitaal: 67.000 euro.
Winst in 2005: 22,5 procent.
Portefeuille Dynamic:
Aandelen: Nokia, McAfee, Telindus, Melexis, Vandevelde, Samsung, Fortis, Philips, Option, Quest for Growth, 4 Kids entertainment
Tracker: Nasdaq 100

De beleggersclub Dynamic heeft 18.000 euro opzijgezet voor investeringen in turn-aroundaandelen.

Voorzitte Kurt Denolf en de overige leden van de Brugse beleggersclub Dynamic zijn met de jaren geslepen beleggers geworden. Hoe anders verklaar je dat een beleggersclub zo ver vooruit probeert te denken? De club houdt momenteel 18.000 euro cash opzij, ruim een kwart van haar totaal kapitaal, terwijl ze rustig wacht op de dag dat de beurs in een dipje verzeilt.

Op dat moment kan Dynamic meteen in actie schieten: met het opzijgelegde geld kopen de leden de dan lager geprijsde aandelen van bedrijven waar ze een toekomst in zien. De zogenaamde follow-uplijst met bedrijven die ze wel zien zitten, maar die momenteel nog te duur geprijsd staan, is al gemaakt en wordt regelmatig bijgewerkt.

Het is niet de enige vordering die ze bij Dynamic gemaakt hebben sinds ze de club in 1995, tijdens het laatste jaar van hun studie, boven de doopvont hielden. Als startkapitaal droegen ze toen elk 250 euro bij tot de kas. De maandelijkse bijdrage hebben ze inmiddels verhoogd tot 50 euro.

Zelf studeerde voorzitter Denolf aan de Brusselse Ehsal-hogeschool. Een cursus van Ehsal-docent en Belgische beursgoeroe Roland Van der Elst inspireerde hem om samen met een achttal vrienden Dynamic op te richten.

Voor de kapitaalarme jongeren was de beleggersclub een uitgelezen kans om mee te spelen op de beurs. Met hun gezamenlijk kapitaal konden ze tegelijk voor iets dynamischer aandelen gaan - vandaar ook de clubnaam Dynamic. In de club konden de jonge zakenmannen bovendien ervaring opdoen met vergaderen.

Hun zin voor avontuur kwam ze duur te staan: op het moment van de beurscrisis bestond 80 procent van hun portefeuille uit technologieaandelen. Dynamic moest zware verliezen incasseren. Maar de wonden heelden snel.

De club beschikt nu over een goeddoordachte strategie die de leden toestaat slechts om de twee maanden samen te komen. Dynamic selecteert enkel bedrijven die ze zonder veel moeite kunnen volgen. Dat betekent vooral Belgische, Europese en de bekendste Amerikaanse waarden. De club kiest ook voor beleggingen op middellange termijn: aan bedrijven die ze niet minstens één jaar in hun portefeuille denken te houden, wagen ze zich niet.

Adviezen van experts die hun interessant lijken en niet meteen onderzocht worden, komen op de bewuste follow-uplijst terecht. Op die manier proberen ze hypes te vermijden. Op de vergadering wordt telkens elk aandeel besproken door een lid, dat ook een prognose doet over de toekomst ervan. Ook de evolutie van de Bel-20 proberen ze iedere keer te voorspellen. De vorige voorspellingen worden telkens geëvalueerd: waar zaten ze juist of fout? Waar hadden ze onvoldoende rekening mee gehouden of welke indicatoren hadden ze verkeerd ingeschat? Op die manier proberen ze hun analysevermogen scherper te stellen. De beslissing om te kopen of te verkopen is gestoeld op fundamentele analyse, maar voor de timing van de aan- of verkoop laten ze zich ook leiden door technische analyse. Ze kijken naar de grafieken, trekken trendlijnen en stellen op basis daarvan hun limieten in.

Mede dankzij het gunstige beursklimaat heeft de strategie de jongste twee, drie jaar haar waarde bewezen: in 2005 groeide het kapitaal van de Brugse beleggersclub aan met 22,5 procent. Met de draadloze-technologiespecialist Option maakte het bedrijf in een jaar tijd 150 procent winst en ook in 2006 hebben ze vertrouwen in het Leuvense bedrijf. Van Nokia bezitten ze al sinds 1998 een stukje. Ooit klokten ze af op 500 procent winst, dat cijfer zakte inmiddels terug tot 100. Denolf zoekt een verklaring: ,,We vragen ons ook af waarom we het toen niet hebben verkocht. We moeten blind geweest zijn, we geloofden dat het nog zou groeien, we waren er misschien zelfs wat aan gehecht.''

Met Option proberen ze zo'n situatie voortaan te vermijden door een stoploss te plaatsen: als het bedrijf terugzakt tot 100 procent winst, verkopen ze de helft. Ook daar heeft Dynamic lessen getrokken uit het verleden.

De vriendengroep van weleer is geëvolueerd tot een groep mensen met een druk familie- en beroepsleven. Met de tijd aanvaardden ze ook nieuwe leden, maar het moet wel klikken, zegt Denolf. ,,We hebben ooit een kandidaat-lid gehad dat meteen veel geld wilde binnenbrengen, zodat ook de winsten hoger zouden uitvallen. We hebben hem moeten weigeren omdat we ons aan de regel van gelijkheid wilden houden. Als het dan eens wat minder gaat, zit iedereen in dezelfde situatie en is er geen extra reden tot wrevel.''

Van onze medewerker Jonas Van Puymbroeck

Sunday, January 30, 2005

Aandelen vocabularium

Hier belichten we enkele basistermen die elke aandelen belegger zou moeten kennen om een correcte waardering op een aandeel te kunnen plakken.

ps: meer beleggerswoordenschat kan je vinden op http://www.beleggen-in-aandelen.com/beleggers-woordenschat.html

a. Het dividend
De waardering van een aandeel wordt allereerst bepaald door de vraag of het bedrijf al dan niet een jaarlijks dividend uitkeert. Sommige bedrijven zijn gekenmerkt door een stabiele groei in de dividenduitkering. Ze worden dan ook als relatief veilige beleggingen bestempeld. In sectoren met een cyclisch karakter - o.a. chemie, papier en staal - wisselen goede en slechte jaren elkaar af. In perioden van verlies wordt de dividenduitkering dikwijls geschrapt.
Het deel van de winst dat een bestemming vindt in de dividenduitkering wordt ook pay-out ratio genoemd. Rendementsaandelen hebben een relatief hoge pay-out ratio: een aanzienlijk part van de winst wordt uitgekeerd in de vorm van een dividend. Snel groeiende bedrijven betalen meestal een karig dividend: een relatief groot deel van de winst wordt aangewend om de groei van het bedrijf te financieren. De pay-out ratio is dan ook aan de lage kant.

b. Het rendement
Het rendement is de verhouding tussen het dividend en de koers van het aandeel. Daalt de koers, dan stijgt het rendement, en vice versa. Bij de bepaling van het rendement van een aandeel is het vroegere verloop van de dividenduitkering cruciaal. Een aandeel dat in de loop der jaren een interessant rendement opleverde, zal waarschijnlijk ook in de toekomst gul betalen.
Normaal is het rendement op aandelen lager dan op vastrentende waarden. Eén en ander wordt echter gecompenseerd door de kansen op een meerwaarde, in de vorm van een koersstijging. Een aandeel met een rendement van minder dan 2 %, kan interessant zijn op basis van de groeiperspectieven.

c. De Koers/Winstverhouding
De K/W (P/E of price/earnings) is de verhouding tussen de koers van het aandeel en de nettowinst. Een voorbeeld. Bedrijf X noteert aan een koers van 1.000 frank en realiseerde vorig jaar een winst per aandeel van 100 frank. De K/W bedraagt dan 10. Indien dit jaar een winst per aandeel van 125 frank haalbaar wordt geacht, bedraagt de verwachte K/W 8.
In de berekening van de K/W baseert men zich meestal op de courante winst: de winst die het bedrijf maakt, zonder eenmalige kosten of baten in rekening te brengen. De winst uit de verkoop van bepaalde afdelingen komt dus niet in aanmerking.
Doorgaans geldt: hoe lager de K/W, hoe interessanter het aandeel. Toch mag men de koers/winstverhouding niet tot absolute maatstaf promoveren. Het is steeds aangewezen de K/W van een bepaalde onderneming te vergelijken met enerzijds de ratio van andere bedrijven uit dezelfde sector, en anderzijds de totale K/W van de beurs in het thuisland van het bedrijf. In globo is de aankoop van een aandeel pas interessant als het bedrijf ten aanzien van de sector en de beurs gunstige resultaten en redelijke groeiperspectieven "in de benen" heeft.

d. De return
De berekening van de return is een alternatieve methode om een aandeel te evalueren.
Return = (koers van het aandeel op D1- koers van het aandeel op D0 + dividend en andere uitkeringen) / koers van het aandeel op D0
Waarbij :
D0 = koers op 1 januari van jaar XD1 = koers op 31 december van jaar X
Voorbeeld:Koers op 1 januari 1996 = 1.000Koers op 31 december 1996 = 1.100Uitgekeerd dividend : 50
Return = ((1.100 - 1.000) + 50)/1.000 = 0,15 of 15 %
Er is een positieve return, indien de koers einde jaar hoger noteert dan bij het begin van dat jaar. Is dat niet het geval, dan is er sprake van een negatieve return.

e. De cash flow
De cash flow (letterlijk: kasstroom) is het geld dat het bedrijf binnen een bepaalde periode heeft ontvangen min het geld dat tijdens dezelfde periode werd uitgegeven. Bij een negatieve cash flow is de term cash drain van toepassing: er is minder geld in kas, of het bedrijf maakte verlies. De berekeningsformule van de cash flow is als volgt:
Cash flow = winst na belastingen + afschrijvingen
De afschrijvingen zijn boekhoudkundig op een soepele manier te behandelen. Tijdens een goed jaar kan men de winst kunstmatig laag houden, in minder goede jaren kunstmatig hoog. Vandaar het belang de continuVteit van de afschrijvingen in de gaten te houden. Een ongewoon sterke stijging van de afschrijvingen is normaal ondenkbaar zonder grote investeringen. Indien uit de balans een verdubbeling van de afschrijvingen blijkt, werd er dus zwaar geVnvesteerd, zoniet werden de afschrijvingen opgetrokken om de winst te drukken. Uiteraard met de bedoeling minder belastingen te betalen.
Afschrijvingen en cash flow verdienen zijn belangrijke aspecten in de evaluatie van aandelen. De belegger moet in eerste instantie de uitzonderlijke kosten en opbrengsten in de gaten houden. Die kunnen immers latente kasstromen verbergen. De cash flow geeft een idee hoeveel kapitaal in een bedrijf onmiddellijk voorradig is. Meestal geldt: hoe hoger de cash flow, hoe gezonder de bedrijfseconomische toestand.

f. Boekwaarde en intrinsieke waarde
De boekwaarde van een aandeel is het eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen. Het eigen vermogen bestaat uit de volgende posten :
Passief : Eigen vermogen = -> Kapitaal + uitgifte + herwaarderingsmeerwaarden + reserves + overgedragen winst
Actief : Eigen vermogen = -> Activa - schulden

De intrinsieke waarde van een aandeel is de werkelijk geschatte waarde van het aandeel, in de veronderstelling dat de onderneming alle activa te gelde zou maken. De raming van de intrinsieke waarde is een moeilijke klus, vermits men niet op alle factoren evenveel greep heeft. De uitkomst is dan ook meestal benaderend en zelden 100 % correct.

In sommige gevallen is er een brede marge tussen de intrinsieke waarde en de boekwaarde. Je geeft best de voorkeur aan de boekwaarde.

g. Financiële ratio's

Ook de ratio's kunnen belangrijke aanwijzingen geven over de situatie van een bedrijf. Hoe u ze in de analyse kan aanwenden? Primo, door ze te vergelijken met de ratio's van hetzelfde bedrijf in een vorige periode. Secundo, door de vergelijking met ratio's van andere bedrijven in dezelfde sector.
1. Liquiditeit
De liquiditeit geeft aan of een bedrijf voldoende liquide is: of het de schulden op korte termijn kan afbetalen met de middelen waarover het op lange termijn beschikt. De ratio kent drie toepassingsvormen:

Netto-bedrijfskapitaal
Netto-bedrijfskapitaal. = vlottende activa - vreemd vermogen = permanent vermogen - vaste activaIs de uitkomst groter dan nul, dan kan de onderneming de uitgaven op korte termijn dekken met de middelen waarover ze op lange termijn kan beschikken. Is het bedrijfskapitaal negatief, dan verkeert de onderneming in gevaar. De schuldeisers op korte termijn kunnen hun schuld opeisen, maar de onderneming zal niet genoeg geld hebben om ze terug te betalen.

Current Ratio (Liquiditeit in ruime zin)
Current ratio = vlottende activa (activa die snel te gelde te maken zijn) / vreemd vermogen op korte termijn (minder dan 1 jaar)Deze ratio moet, in normale omstandigheden, groter zijn dan 1. Als de vlottende activa nipt volstaan om de schulden op korte termijn te dekken - het netto-bedrijfskapitaal is 0 - is de "current ratio" gelijk aan 1. Hoe hoger de current ratio, hoe sterker de onderneming. Een onderneming met een hoge current ratio, is in staat onder alle omstandigheden de verplichtingen op korte termijn na te komen.

Quick ratio of acid test (Liquiditeit in enge zin)
Quick ratio = vlottende activa - voorraden / vreemd vermogen op korte termijnEen "quick ratio" van meer dan 1 is uiteraard positief: het bedrijf is in dat geval voldoende liquide.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit drukt uit of een onderneming in de toekomst in staat mag worden geacht haar langerlopende schulden af te lossen en haar renteverplichtingen na te komen. Bij de interpretatie van deze ratio moet men rekening houden met de sector waarin het bedrijf actief is.Solvabiliteit = (eigen vermogen / vreemd vermogen) x 100De uitkomst (in %) geeft aan in hoeverre de onderneming haar schulden kan afbetalen met eigen middelen. In regel geldt: hoe hoger de schulden, hoe groter het risico voor de schuldeisers.

3. Rendabiliteit
De rendabiliteit is de verhouding tussen de opbrengst en de middelen die nodig waren om die opbrengst te realiseren. Bij een opbrengst van 10 frank, na een investering van 100 frank, bedraagt de rendabiliteit van de onderneming 10 %.Rendabiliteit op het totale vermogen = (winst voor belastingen + financiële kosten) / totale vermogenRendabiliteit op het eigen vermogen = winst na belastingen / eigen vermogen

4. Bond yield/dividend yield of rendementsratio
Aandelen, obligaties of cash? De belegger vindt het antwoord in de ratio "bond yield/dividend yield": het rendement op staatsleningen gedeeld door het rendement op aandelen. Normaal ligt de vergoeding voor obligaties hoger dan die voor aandelen. In dit laatste geval speelt ook het element koerswinst een rol. De afgelopen 15 jaar schommelde deze ratio in Brussel gemiddeld rond 2,3. Een lage ratio geeft aan dat aandelen de voorkeur genieten op obligaties. Meestal fluctueert de ratio tussen 1,8 en 2,8.

h. Het jaarverslag
Aandeelhouders vinden in het jaarverslag van een onderneming een schat aan informatie. De inhoud van de jaarrekening is bij wet geregeld. Ze omvat de balans, de resultatenrekening en de toelichting. Jaarverslagen van grote beursgenoteerde ondernemingen verstrekken vaak extra informatie, zoals het personeelsverslag, de prognoses van winst en omzet, het complete verslag van de groepsactiviteiten, etc. Voor de aandeelhouder is het jaarverslag op eenvoudige aanvraag verkrijgbaar op de zetel van de onderneming.
Gezien het belang van de jaarrekening, volgt een woordje uitleg over balans en resultatenrekening.

1. Balans
Een balans bevat twee delen: links het actief, rechts het passief. Het actief geeft aan waarvoor de middelen van de onderneming worden gebruikt. Het passief geeft de herkomst van die middelen aan. Het totaal van het actief en het passief van de balans moet identiek zijn. De balans is slechts een momentopname van de boekhoudkundige toestand van een bedrijf, en moet als dusdanig geVnterpreteerd worden.

Het actief
Het actief bestaat uit twee delen: de vaste en de vlottende activa. In de vaste activa zijn de middelen van de onderneming vastgelegd voor een min of meer lange periode ("vast"). De middelen besteed aan vlottende activa kunnen relatief snel geactiveerd worden.
1. Oprichtingskosten
Hieronder boekt de onderneming de kosten van de oprichting, kosten verbonden aan de emissie van leningen, kapitaalverhogingen, disagio's, herstructureringskosten, etc. Deze kosten worden door de band zo snel mogelijk afgeschreven.
2. Immateriële vaste activa
Kosten van onderzoek, octrooien, licenties, know-how, good-will. Kortom, zaken die een onderneming bezit, hoewel ze niet tastbaar (materieel) aanwezig zijn.
3. Materieel vaste activa
Deze post heeft betrekking op de materiNle zaken in het bedrijf. Gebouwen, meubilair, wagenpark, etc.
4. Financiële vaste activa
De deelnemingen in en vorderingen op zuster- en dochterondernemingen, verwante ondernemingen of vreemde ondernemingen.
5. Vorderingen op meer dan 1 jaar
Vorderingen op klanten waarover het bedrijf ten vroegste volgend jaar kan beschikken.
6. Voorraden en bestellingen in uitvoering
Alle grondstoffen, half afgewerkte en afgewerkte producten die het bedrijf in voorraad heeft.
7. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar
Vorderingen op klanten korter dan 1 jaar Pn vorderingen op meer dan 1 jaar die in het komende jaar vervallen.
8. Geldbeleggingen
Deze rubriek behoeft geen uitleg. Ook een bedrijf kan immers als belegger optreden.
9. Liquide middelen
De som van de tegoeden in kas en op de bank.
10. Overlopende rekeningen
De reeds betaalde facturen die betrekking hebben op het volgende boekjaar en de nog niet ontvangen inkomsten van het huidige boekjaar.

Het passief
1. Kapitaal
Het kapitaal behelst de middelen die de eigenaars en/of de aandeelhouders in het bedrijf hebben ondergebracht. De werkelijk ingelegde gelden vormen het geplaatst kapitaal. Naast ingebrachte reserves omvat het kapitaal mogelijk ook geVncorporeerde reserves: reserves die het bedrijf heeft aangelegd en tot kapitaal werden omgevormd.
2. Uitgiftepremies
De uitgiftepremie is het verschil tussen de prijs van een nieuw aandeel en het bedrag waarmee het kapitaal wordt verhoogd. De bestaande aandeelhouders hebben recht op een deel van de niet-uitgekeerde winst. Hetzelfde geldt voor de nieuwe aandeelhouders, mits een tegenprestatie onder de vorm van uitgiftepremies.
3. Herwaarderingsmeerwaarden
De bedragen waarmee bepaalde activa werden opgewaardeerd.
4. Reserves
De reserves worden aangelegd met de winst die de onderneming heeft ingehouden. Alleen de beschikbare reserves zijn aan te boren.
5. Overgedragen winst
De winst die het bedrijf op het einde van het jaar niet uitkeert maar overdraagt naar het volgende boekjaar.
6. Kapitaalsubsidies
Indien een onderneming subsidies ontving, moeten de ontvangen bedragen onder deze post worden geboekt.
7. Voorzieningen voor risico's en kosten
Deze bedragen zet de ondernemer opzij voor haast zekere verliezen en kosten, waarvan het juiste bedrag en de datum van betaling nog niet gekend is.
8. Schulden op meer dan 1 jaar
Alle schulden die langer dan 1 jaar lopen.
9. Schulden op ten hoogste 1 jaar
Idem, maar dan kortlopende schulden.
10. Overlopende rekeningen
Deze rekeningen omvatten alle kosten die betrekking hebben op dit boekjaar maar slechts volgend boekjaar moeten betaald worden. Tevens voorziet deze post de reeds geVnde inkomsten die betrekking hebben op volgend jaar.

2. Resultatenrekening
De resultatenrekening maakt duidelijk wat de onderneming gedurende het boekjaar heeft omgezet, welke kosten ze heeft gemaakt, of winst dan wel verlies werd geboekt, de omvang van de afschrijvingen, etc. De resultatenrekening omvat de volgende posten:
Bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten
Bedrijfswinst- of verlies: post 1 - post 2
Financiële opbrengsten
Financiële kosten
Netto courant resultaat
Uitzonderlijke opbrengsten
Uitzonderlijke kosten
Winst van het boekjaar voor belastingen
Belastingen op het resultaat
Winst (verlies) op het boekjaar
Overboeking naar de belastingvrije reserves
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar